Leopold Andreas Van Ostaijen, ons beter gekend als Paul Van Ostaijen, was een Belgische dichter en prozaschrijver. Hij werd geboren op 22 februari 1896 en begon reeds op zeventienjarige leeftijd zijn eerste gedichten te schrijven. Niet veel later zag ook zijn eerste dichtbundel Music-Hall het licht. Van Ostaijen was ook de auteur van het alomgekende kinderversje Marc groet ’s morgens de dingen. Na de Eerste Wereldoorlog begon hij zich steeds meer op proza te focussen. Het reeds eerder vernoemde Music-Hall (1916), Het Sienjaal (1918) en Bezette stad (1921) zijn enkele van zijn bekendste dichtbundels. Van deze laatste bundel verscheen in 1993 ook een strip met Van Ostaijen in de hoofdrol. Na zijn dood in 1928 verschenen ondermeer Nagelaten gedichten (1928), Diergaarde voor kinderen van nu (1932) en In Memoriam Paul Van Ostaijen (1932-1948).

Naast gedichten schreef Van Ostaijen ook enkele andere belangrijke werken als Het gevang in de hemel (1921) en Gebruiksaanwijzing der lyriek (1927). Hij introduceerde het expressionisme in de Nederlandstalige literatuur, een kunstrichting waarbij de persoonlijke beleving en visie wordt uitgedrukt. Hiermee streefde hij naar een zo groot mogelijke harmonie tusen grafische vorm en inhoud.

Music-Hall bestond vooral uit elementen die rechtstreeks aan zijn eigen leven en situatie ontleend waren. Het Sienjaal daarentegen is een expressionistische bundel met verscheidene op- en uitroepen. Van Ostaijen zendt als het ware zijn signaal uit naar de maatschappij. Bezette stad heeft een meer wanhopige sfeer, omwille van de harde oorlogsjaren. Nadien volgt een meer zuivere lyriek. Van Ostaijen streeft naar eenvoud en muzikaliteit. Hij speelt met woorden, beelden en klanken om zijn angsten en levensmoeheid te camoufleren. In zijn gedichten zijn, naast zijn eigen worsteling met het bestaan, enkele duidelijke aspecten merkbaar van verscheidene buitenlandse invloeden.   

Het gedicht waar ik dieper op inzoom is Marc groet ’s morgens de dingen. In Paul Van Ostaijen, 1896-1928: Wegwijzers naar de werkelijkheid lezen we de hiervoor volgende verklaring: Marc is de zoon van Pauls beste vriend, de schilder Floris Jespers. De schilder was zo verrukt over wat de kleine jongen allemaal zei dat hij hem elke ochtend even op de schoot nam en hem liet vertellen wat hij zag. Ook van Ostaijen was zo opgetogen over Marc dat hij op een dag in een schriftje zijn woorden begon bij te houden. Gezien de jonge leeftijd van het kind bleven zijn uitspraken beperkt tot drie à vier woordzinnetjes. Het ziet er wel naar uit dat Van Ostaijen de woorden van Marc aanpastte, omdat er kwistig gebruik wordt gemaakt van assonanties en alliteraties. Met zijn kinderlijke optiek leverde Marc de stof en Van Ostaijen maakte er, met zijn getrainde gevoel voor klankverdeling, op zijn beurt een kindergedicht van.

Marc groet ’s morgens de dingen

Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem
                                                               ploem ploem
dag stoel naast de tafel
dag brood op de tafel
dag visserke-vis met de pijp
                en
dag visserke-vis met de pet
                     pet en pijp
       van het visserke-vis
           goeiendag

Daa-ag vis
dag lieve vis
dag klein visselijn mijn

                         Paul Van Ostaijen

Bronnen

Bogmans, J. (2008). Marc en de dingen. Opgenomen uit Literatuur zonder leeftijd, jaargang 22, Biblion uitgeverij. Leidschendam 2008

Paul Van Ostaijen (ND). Opgeroepen van World Wide Web: dbnl.org

Paul Van Ostaijzen (2014). Opgeroepen van World Wide Web: nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Van_Ostaijen

 

Afbeeldingen