De ideale man
Boermans, T., 2013
Op donderdag 18 november 2013 ben ik naar het theaterstuk De ideale man gaan kijken in het NT Gent. De voorstelling is gebaseerd op An Ideal Hushand, geschreven door Oscar Wilde. Alvorens Tom Kleijn het stuk vertaalde, werd het eerst nog bewerkt door Nobelprijswinnaar Elfriede Jelinek.
Ik bespreek volgende recensies:
-
Beeckmans, J. (2013). De ideale man is te bedacht. Opgeroepen op 19 november 2013, uit de Theaterkrant: www.theaterkrant.nl/recensie/de-ideale-man/
-
Wensink, H. (2013). Recensie De ideale man. Opgeroepen op 21 oktober 2013, uit NRC Handelsblad: www.ntgent.be/recensie-de-ideale-man-5
Beide recensies vertrekken vanuit een korte inhoud van het verhaal zonder het eigenlijke plot weer te geven. Naast de persoons- en karakterbeschrijving van de twee hoofdpersonages, Sir Robert Chiltern en zijn vrouw Gertrude, wordt de nadruk vooral gelegd op hun materieel en moreel volmaakte leven. Vriend aan huis, Arthur Goring en butler Phipps/Mason worden door Beeckmans bejubeld omwille van hun subtiele en geestige manier van spelen. Ook Wensink lijkt het hier mee eens te zijn, mits zij vermeldt dat beide heren uitstekende acteurs zijn.
Wat beide recensenten meteen opviel, was het taal- en woordgebruik. Met serieuze financiële verhandelingen, gendercommentaren, komische woordspelingen en zelf enkele Freudiaanse versprekingen slingert het volgens Beeckmans alle kanten op. Wensink maakt in haar recensie een vermelding over de stembuigingen, veelzegende gebaartjes en de scherpe tekstvertaling van Kleijn.
Ook het realistisch decor, dat naar het einde van de voorstelling letterlijk uit elkaar valt, wordt door beide aangehaald. Dit weerspiegelt de instorting van de personages, die dit nog eens extra in de verf zetten door steeds opvallender te struikelen, te niezen of zelf een gevecht beginnen met de huishoudapparaten. Volgens Beeckmans komt dit allemaal net iets te bedacht en geforceerd over en ook Wensink is van mening dat deze keuze van regisseur Boermans minder goed uitpakt. Volgens haar doet dit alles de interessante, morele en relationele verwarring uit het eerste en tweede bedrijf teniet.
Waar Beeckmans geen appreciatie weergeeft, omdat ze voor een theaterkrant schrijft, doet Wensink dat wel. De ideale man is volgens haar ‘een vermakelijk theaterfeestje is, maar zonder de grootse impact die de voorstelling aanvankelijk had beloofd’.
Hoewel het toneel een politiek getinte komedie is, woedt er op hetzelfde moment een strijd tussen de seksen. In dit geval ‘de ideale man’ en ‘de ideale vrouw’. Dit valt op door de vele dubbelzinnige en seksistische uitspraken. Elfriede Jelinek en Tom Kleijn hoefden niet veel aan de tekst van Oscar Wilde (1895) aan te passen om mee te zijn met de actualiteit, omdat politieke corruptie, machtsstrijden en schandalen nog altijd dagelijkse kost zijn.
Gezien de vele politieke intermezzo’s, financiële verhandelingen en versprekingen, vond ik De ideale man een vrij moeilijk te volgen stuk,. Enkele grappige uitspraken als: ‘Als er minder medeleven was, waren er minder problemen’ of ‘Het heeft geen zin een vrouw iets te geven dat ze niet kan aantrekken’ maakten het allemaal gelukkig iets luchtiger. Ook zag ik niet onmiddellijk de link met het uiteenvallen van het decor. Pas na het lezen van de recensies werd dit alles mij duidelijk. De meeste acteurs spraken Hollands, wat soms moeilijk te verstaan was, en dat vond ik jammer. Het overacteren van Mabel en Mevr. Cheveley kwam voor mij vrij storend over. Gelukkig speelden de andere personages hun rol nagenoeg perfect. Voor alle acteurs gold ook dat ze zich volledig in hun rol inleefden. Het theaterstuk is voornamelijk bedoeld voor een volwassen publiek. Als een leerkracht Nederlands ervoor kiest om dit theaterstuk met een klasgroep te bekijken, moet hij ervoor zorgen dat de leerlingen voldoende voorbereid zijn en over een degelijke politieke voorkennis beschikken.